Je kat registreren: niet verplicht, wel nuttig

Een nieuwe poes of kitten is een mooi moment. Een springerig klein katje in huis of juist een slaperige oude poes uit het asiel, het is goed om je nieuwe kat te registreren. Verplicht is dat in Nederland niet, zoals bij honden, maar verstandig is het wel. Wat je in de praktijk in de databank registreert is niet je kat, maar het chipnummer van je kat. En het laten chippen van je kat is dus nodig voor die registratie. Chippen kun je laten doen door de dierenarts. Hij kan ook het registreren voor je doen, maar het is veel praktischer dat zelf te doen. Je leert dan werken met het systeem en je kunt zelf beslissen welke gegevens worden vastgelegd.

De voordelen van het registreren

Je kat registreren heeft een aantal voordelen. In de eerste plaats worden de gegevens van de kat gekoppeld aan jouw gegevens. Duidelijk is dat deze kat van jou is. Bij vermissing van de kat staan alle gegevens netjes bij elkaar. De databank werkt samen met organisaties die vermiste huisdieren probeert op te sporen. Actuele en complete digitale gegevens zijn dan erg handig. Naast de basisgegevens van de kat en je eigen gegevens kun je ook een medisch dossier aanleggen. Handig om ook dat soort gegevens bij de hand te hebben in hetzelfde account. Ook een foto van de kat kun je toevoegen. Wanneer je eenmaal een account hebt, kun je voor hetzelfde goedkope tarief meerdere andere huisdieren toevoegen. Echt alle gegevens van al je huisdieren op één plek.

Registratie bij vermissing cruciaal

In Nederland zijn ongeveer drie miljoen katten en daarvan is maar 10 procent geregistreerd. Mocht je kat weglopen en gevonden worden dan zoeken dierenartsen, dierenasiels en dierenambulances naar het chipnummer bij de erkende databanken. Dat maakt dat 95% van de geregistreerde katten wordt teruggevonden en bij zijn baasje terugkomt. Bij de niet-geregistreerde katten is dat maar 40%.